POLITIEK MOTIEF VOOR MOORD OP JO COX

“Dood aan de verraders, vrijheid voor Groot-Brittannië”, dat is wat Thomas Mair (52 j.) antwoordde toen een rechter gisterenmorgen om bevestiging van zijn naam vroeg. Thomas Mair is de man die donderdag Labour-parlementslid Jo Cox (41 j., foto) neerstak en vervolgens doodschoot. Volgens de Britse media werd Jo Cox minstens zeven keer gestoken en had ze drie kogels in haar lichaam, waarvan één in het hoofd.

De Vlaamse kranten vermelden wel, zoals wij gisteren deden, dat Thomas Mair handleidingen kocht om zelf wapens en explosieven te fabriceren, het nazihandboek Ich Kämpfe kocht en geabonneerd was op een Zuid-Afrikaans apartheidsmagazine. Maar verder zijn er vooral verhalen over wat een brave man Thomas Mair zou zijn.

In Het Laatste Nieuws bijvoorbeeld: “Volgens zijn broer (Scott Mair, nvdr.) had hij vroeger geestelijke problemen. ‘Hij is daar destijds voor behandeld, maar hij zou geen vlieg kwaad doen’, klinkt het. ‘Interesse voor politiek heeft hij al helemaal niet.’ Zijn buren kennen hem als een teruggetrokken man, die ofwel tuinperkjes onderhield of met zijn neus in de boeken zat.” Ook zijn halfbroer Duane St Louis werd erbij gehaald. Hij verzekerde aan De Morgen ook al dat Thomas Mair “geen vlieg kwaad zou doen”. En: “Hij heeft nooit iets laten blijken van zijn opvattingen over Groot-Brittannië, politiek of rassenkwesties. Ik heb zelf gemengd bloed, maar we konden goed met elkaar opschieten.”

Maar op de gewone vraag van de rechter gisterenmorgen om bevestiging dat hij wel degelijk Thomas Mair is, antwoordde de moordenaar van Jo Cox tot tweemaal toe: “Dood aan de verraders, vrijheid voor Groot-Brittannië”. Dat is niet normaal, dat is de extreemrechtse overtuiging boven alles zetten. Onderzoek zal nu moeten uitmaken hoe Thomas Mair zo geradicaliseerd is geraakt.

Zeker is dat het klimaat waarin de Brexit-discussie in Engeland gevoerd wordt, en de verharde taal en politieke zeden in het algemeen, niet tot terughoudendheid heeft aangespoord. Om Angela Merkel te citeren – ook al vervloekt door sommigen, en niet de minste in de Belgische politiek – “We moeten elkaar met respect bejegenen, ook als we verschillende politieke overtuigingen hebben. De opdrijving en radicalisering van het taalgebruik dragen niet bij tot een atmosfeer voor zo’n respect.” De Morgen-commentator Bart Eeckhout merkt op dat politici en media de grenzen van de discussie niet altijd goed bewaakt hebben. “Tegenstrevers zijn verward met vijanden. Een tegenstrever mag je tegenspreken, een vijand moet je uitschakelen. Is het dan echt zo vreemd dat ergens een gek die boodschap letterlijk opvat?”

Zelf zijn we er niet goed van dat uitgerekend zo’n goed mens een Gutmensch heet dat spottend in extreemrechtse kringen als Jo Cox het leven moet laten voor de extreemrechtse opvattingen. Beluister maar de getuigenis van Xavier Declercq die bij Oxfam in Brussel een collega was van Jo Cox vooraleer ze Labour-parlementslid werd.

De fundraising die vrienden van Jo Cox hebben opgezet, getuigt ook van de persoonlijkheid van Jo Cox. Het ingezamelde geld zal verdeeld worden over drie organisaties die volgens de familie het dichtst bij het hart van Jo Cox liggen: een vrijwilligersorganisatie om eenzaamheid bij mensen tegen te gaan, een ongewapende en neutrale hulporganisatie actief in Syrië, en onze collega’s van Hope not hate: enerzijds een antifascistische onderzoeksgroep, anderzijds een actiegroep die haat en extremisme in lokale gemeenschappen in Groot-Brittannië bestrijdt. Gisterenavond, tien minuten voor het online gaan van dit artikel, hadden op één dag al 18.000 mensen samen 670.000 euro geschonken aan Jo Cox’s Fund.