MOTIEVEN OM AAN TE SLUITEN BIJ EXTREEMRECHTS (2)

Voor zijn proefschrift Angry White Rebel? Study on the mechanisms and processes of participation in extreme-rights groups observeerde onderzoeker Maarten De Waele een twintigtal bijeenkomsten. Van NSV-betogingen en een KVHV-lezing waar een voormalig SS-officier van het Vlaams Legioen de gastspreker was, over de IJzerwake en de jaarlijkse August Borms-herdenking, tot een Voorpost-colloquium en de BBET-rechtszaak. Op deze plaatsen en op andere wijzen contacteerde hij 85 personen voor een diepte-interview. Slechts 23 waren bereid tot een gesprek.

Minstens zo interessant als wat de 23 vertelden, zijn de redenen waarom de 62 anderen weigerden mee te werken aan het universitair onderzoek. Een eerste reeks redenen zijn: (1) de perceptie dat studies over extreemrechts uit hun context worden gelicht, (2) het gerucht dat de onderzoeker voor politie- of justitiediensten zou werken, (3) de vrees dat politie en justitie met het eindrapport informatie zou verwerven over hun radicale politieke groep. Een tweede reden is dat sommige individuen niet wilden terugkomen op hun verleden. Zoals één van hen zei: “Ik wil niet worden herinnerd aan de grootste verspilling van tijd in mijn leven.” Een derde opgegeven reden zijn slechte ervaringen met interviews aan journalisten of onderzoekers. Een vierde reden is dat de organisatie waarvan ze lid zijn niet toestaat dat met vreemden gepraat wordt.

Bij wie wel wilde praten zag de onderzoeker drie types extreemrechtsen. Een eerste zijn de extreemrechtse nationalisten, mensen actief in een politieke partij of een sociale beweging die werken binnen de contouren van de democratie. Zij voelen zich verwant met partijen als de Lega Nord (Italië), de Partij Voor de Vrijheid (Geert Wilders’ partij), het Front national (Frankrijk) maar ook Jobbik (Hongarije). Een tweede type zijn de neonazi’s die het Duitse nationaalsocialistisch regime verheerlijken (foto: op weg naar het Joelfeest van de Autonome Nationalisten op 26 december 2015). Zij vinden politieke partijen en sociale bewegingen te zwak om op te treden tegen misdaad en immigratie, en citeren als voorbeelden Blood and Honour, autonome nationalisten in het buitenland en de Nationalsozialistischer Untergrund (NSU, in Duitsland). Het derde type zijn de nationaal solidaristen die op een moderne wijze het nationaalsocialisme willen organiseren, al wijzen sommigen onder hen een expliciete verwijzing naar Hitlers regime af. Hun buitenlandse voorbeelden zijn Chrysi Avgi (‘Gouden Dageraad’, Griekenland), CasaPound (Italië) en de Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD). Ja ja, Vlaanderen is dat allemaal ‘rijk’.

Van deze drie typen extreemrechtsen waren respectievelijk negen, acht en zes bereid tot een gesprek. Hun motieven om aan te sluiten bij extreemrechts zijn gisteren in deel 1 samengevat. De letterlijke citaten opgenomen in het proefschrift illustreren de conclusies. Drie citaten geven nog iets meer mee. Zo is er ene Gerard (= een fictieve naam) die met enige heimwee terugdenkt aan acties in de Voerstreek waar wel eens wat gebeurde en de media uitgebreid verslag van uitbrachten, terwijl het nu veel gemakkelijker is om toelating te krijgen voor betogingen maar de mediabelangstelling evenredig verminderd is. Vermits één van de redenen om aan te sluiten bij extreemrechts het “avontuur en sensatie zoeken” is, hebben legale acties voor extreemrechts dus ook negatieve kanten. Diezelfde ‘Gerard’ vertelt dat zijn niet met naam genoemde organisatie alle, werkelijk alle, kosten terugbetaalt als je door een actie in problemen komt. Wel mag er vooraf en tijdens de actie geen alcohol gedronken worden. Volgens onze kleine teen is ‘Gerard’ een Voorpost’er.

In een derde opvallend citaat zegt de rechtsextremist ‘Teun’ dat men hoopt dat antifascisten in actie komen, men soms op antifascistische discussiefora aanzet tot actie… om zo meer volk te lokken voor Teuns extreemrechtse organisatie. Tja. Het is aan de wijsheid van antifascisten om te oordelen wat nuttig is. Soms kan men niet anders dan reageren, zo niet hoort de publieke opinie maar één stem in het debat. Soms, zoals met het In Memoriam-concert in Sint-Niklaas, blijven antifascisten bewust ergens weg om iets niet meer publiciteit te geven. Ook onze redactie krijgt wel eens een aanbod: N-SA’ers die een bijeenkomst van de Autonome Nationalisten in diskrediet willen brengen, KVHV’ers die via AFF/Verzet rekenen op extra publiciteit voor hun activiteit… Maar daar trappen wij niet in. Wij zijn er niet om de onderlinge concurrentie tussen extreemrechtse groepen te regelen.