Bart De Wever (foto 1) pleitte vorige week woensdag in Terzake voor een apart sociaal statuut voor erkende vluchtelingen, iets wat ’s anderendaags herhaald werd op de website van de N-VA. Wat het precies moet worden zei de N-VA-voorzitter er niet bij, maar iedereen begrijpt wel dat het minder moet zijn dan onze sociale zekerheid.
Volgens Bart De Wever is het ‘Europa’ dat ons belet om aan erkende vluchtelingen een ander sociaal statuut te geven dan aan een andere inwoner van ons land. Europa als boeman, het gaat erin als zoete koek. Het is echter de Conventie van Genève die België mee ondertekend heeft die dit belet. In artikel 23 van die conventie verbinden de ondertekenende staten zich “de regelmatig op hun grondgebied verblijvende vluchtelingen, wat de ondersteuning en bijstand van overheidswege en de voorziening in levensonderhoud betreft, op dezelfde wijze als hun onderdanen (te) behandelen.”
Het is overigens niet omdat vluchtelingen gelijke sociale rechten hebben, dat zich dat ook vertaalt naar een sociaal-economisch gelijkwaardig bestaan. “Ons systeem van sociale zekerheid is erg sterk geënt op werk”, schrijven Ive Marx en Ninke Mussche (Centrum voor Sociaal Beleid/Universiteit Antwerpen). Een werkloosheidsuitkering krijg je maar als je voldoende aantal dagen gewerkt hebt, een regulier pensioen krijg je in verhouding tot het aantal jaren dat je gewerkt hebt… De voornaamste uitzondering op deze werkregel, naast gewaarborgde kinderbijslag en ziektezorgen, is het leefloon. “Het leefloon is een eindstation, voor als je de andere sociale zekerheidstreinen gemist hebt. En het is precies in dit laatste en laagste dat vluchtelingen vooral terechtkomen.” Maar voor erkende vluchtelingen kan het voor De Wever nog wat minder.
Waar haalt hij het idee voor een apart sociaal statuut voor erkende vluchtelingen? Wij zijn zijn psychiater niet, en kunnen dus niet met zekerheid zeggen waar hij het idee vandaan haalt. Wat we wel met zekerheid weten is dat (a) tot aan zijn verklaringen in Terzake woensdagavond 26 augustus er nergens in de recente media sprake was van een apart sociaal statuut voor erkende vluchtelingen, en (b) dat er twee historische voorbeelden zijn van het idee van een apart sociaal statuut voor wie niet door bloed en bodem Vlaming is.
In 1971-1972 was Fernand Huts, intussen de gelauwerde baas van Katoennatie, praeses van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) in Leuven. In die hoedanigheid organiseerde hij twee ‘congressen’. Het ene over de zogenaamde “noodzaak” van een “apart onderwijs voor gastarbeiderskinderen” en het andere over een zogezegd wenselijk “apart stelsel van sociale zekerheid voor gastarbeiders”. Bart De Wever was toen amper een jaar oud. Zijn eerste bijdrage aan Ons Leven, het blad van het KVHV-Leuven, dateert van twintig jaar later. In 1992, met huidig Antwerpse N-VA-schepen Koen Kennis als praeses.
Bij een ander voorstel voor een apart sociaal statuut was Bart De Wever wel bij volle bewustzijn. Op 6 juni 1992 presenteerde Filip Dewinter in het Elzenveld in Antwerpen zijn fameus 70-puntenplan (foto 2) met als punt 21: Algemene sociale voorzieningen voor eigen volk eerst. “De verschillende sociale voorzieningen (premies, subsidies…) moeten in eerste instantie voorbehouden worden voor ons eigen volk.”
En punt 57: De sociale zekerheid splitsen. “Een splitsing van het systeem in een sociale zekerheid voor Europese gerechtigden en een sociale zekerheid voor niet-Europese gerechtigden zal de reïntegratie van de niet-Europese vreemdelingen in hun landen van herkomst bespoedigen. Een autonome financiering betekent eveneens dat onze bevolking niet langer zal moeten opdraaien voor het onderhoud, via de sociale zekerheid, van een al te grote groep niet-actieve vreemdelingen.”
Ook gevaarlijk dicht bij wat Bart De Wever nu suggereert, is punt 61: Kinderbijslag voor niet-Europeanen verminderen. “Niet-Europese vreemdelingen zullen slechts van een beperkte kinderbijslagvergoeding kunnen genieten voor de eerste drie kinderen.”
We beweren niet dat Bart De Wever zijn recent ge(re)lanceerde idee voor een apart sociaal statuut voor erkende vluchtelingen gehaald heeft uit het 70-puntenplan van Filip Dewinter. Wél dat hij als toenmalig politiek actieve student ongetwijfeld kennis heeft gehad van het vermaledijde 70-puntenplan. Op het Vlaams Blok na unaniem veroordeeld door de Vlaamse Raad (de voorloper van het Vlaams Parlement) op 19 november 1992. Het zou bij een historicus als Bart De Wever een alarmbel moeten laten afgaan. Maar niet dus.
Bart De Wever vindt dat ideeën van het verleden de toekomst zijn. Zo kennen we hem wel.