RECHT OP BETOGEN IN ANTWERPEN INGEPERKT. PYROMAAN DE WEVER

ACOD-betoging Antwerpen - 24 maart 2015.JPGDe voorbije week werd de vrijheid van meningsuiting en het recht op betogen in Antwerpen serieus ingeperkt. Hierover gisterenavond in de gemeenteraad ondervraagd door Peter Mertens (PVDA) laat het antwoord van burgemeester Bart De Wever (N-VA) zich samenvatten met de bekende uitspraak uit de serie Fawlty Towers: “I Know Nothing” .

 

Woensdagavond 25 maart werd in Antwerpen met een samenkomst gereageerd op de stigmatiserende uitspraken van Bart De Wever over racisme, discriminatie en Berbers twee dagen eerder in Terzake. Na een oproep van Dyab Abou Jahjah verzamelden  een tweehonderdtal mensen op de Antwerpse Grote Markt. Vrij vlug werden ze ingesloten door de Antwerpse politie (foto 1), waarna iedereen werd meegenomen naar de politiekazerne in Antwerpen-Luchtbal (“Het Siberië van Antwerpen”, zo omschreef Tom Lanoye het een paar dagen later). Onder de opgepakten mensen van verschillende politieke partijen en diverse groeperingen, tot zelfs oud-burgemeester Bob Cools en diens echtgenote.

 

Het was een ‘spontane manifestatie’, iets waar Bart De Wever ervaring mee heeft gezien zijn mars op het stadhuis de avond van de gemeenteraadsverkiezingen, op 14 oktober 2012. Mars van Antwerpen-Zuid naar Antwerpen-Centrum. Zo spontaan dat ze al op 18 mei 2012, vijf maanden eerder, gepland werd. Zonder voor de actie toestemming te vragen aan het toenmalig stadsbestuur. “Waarom geen overleg met de organisator van de bijeenkomst?”, vroeg Peter Mertens over de actie voorbije woensdag. “Waarom zo snel de administratieve aanhoudingen? Waarom werden de journalisten aangemaand weg te gaan? Waarom werden de manifestanten afgevoerd naar de Luchtbal?”

 

Volgens Bart De Wever is het antwoord simpel. De politie heeft contact opgenomen met Dyab Abou Jahjah, maar die weigerde een aanvraag om te betogen in te dienen. De Antwerpse Grote Markt is sowieso een zone waar geen politieke manifestaties zijn toegelaten. Ter plaatse weigerde Dyab Abou Jahjah de manifestatie te ontbinden. De journalisten werden aangesproken omdat ze, qua kledij, niet te onderscheiden zijn van de actievoerders die ingesloten zouden worden. De manifestanten werden meegenomen naar het politiekantoor omdat de organisator niet bereid was met zijn mensen de plaats van samenkomst te verlaten. Bij de niet toegelaten Pegida-bijeenkomst op 2 maart was men wél bereid om, na identiteitscontrole, de plaats van samenkomst te verlaten. Vandaar dat men vanuit het Hendrik Conscienceplein mocht beschikken. Pegida-woordvoerder Rudy Van Nespen en de mannen achter de schermen van Pegida Bert Deckers en Rob Verreycken zijn ‘watjes’.

 

In zijn repliek wees Peter Mertens erop dat er een verschil is tussen de organisator en de deelnemers aan de manifestatie. Deze laatsten hadden helemaal niet de bedoeling om opgepakt te worden. Blijft dat de actie disproportioneel is gezien het vreedzame verloop van de bijeenkomst die geen gevaar inhield voor de openbare orde. Daarenboven mag volgens rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de vereiste om voor een betoging voorafgaandelijk een toestemmening te vragen er niet toe leiden dat de vrijheid van meningsuiting feitelijk beperkt wordt.

 

Daags tevoren, op 24 maart, betoogden in Antwerpen ambtenaren aangesloten bij de ACOD, betoging die eindigde met een paar toespraken vanop de kiosk aan de Groenplaats (foto 2). De betoging was op 1 maart aangevraagd, maar pas op 23 maart, daags voor de optocht, werd ACOD-voorzitster Chris Reniers geïnformeerd over de voorwaarden. Chris Reniers tekende noodgedwongen of de betoging kom ’s anderendaags niet doorgaan. Chris Reniers, voorheen juriste bij de ACOD, legde intussen klacht neer bij provinciegouverneur Cathy Berx. Zo kreeg ze alleen toestemming om te betogen mits onder andere vooraf mede te delen wie op de betoging zou spreken, wat er zou gezegd worden, welke slogans er zouden geroepen worden… Er mocht geen “opruiende taal” gesproken worden. Daarenboven werd Chris Reniers als inrichter van de betoging verantwoordelijk gesteld voor alle schade die bij de betoging zou kunnen ontstaan.

 

Peter Mertens reageerde er gisterenmorgen al uitgebreid op in Knack, in een gisterenavond al 2.488 keer op sociale media gedeeld opinieartikel. ’s Avonds ging hij er op door in de gemeenteraad. De lijst van personen die zouden spreken, mededelen welke leuzen geroepen zouden worden, enzomeer, is wenselijk noch wettelijk. Het stadsbestuur kan niet alle verantwoordelijkheid voor schade afschuiven op de inrichter van de manifestatie – men kan wel vragen om mee zorg te dragen voor de veiligheid, maar finaal zijn stad en politie verantwoordelijk. Mertens heeft de voorwaarden opgevraagd waarmee toestemming werd verleend voor Stop de armoede-manifestaties en 1 mei-bijeenkomsten, maar daar is van dergelijke voorwaarden geen sprake. Bij een betoging tegen regeringsmaatregelen, regeringsmaatregelen die zoals bekend door N-VA-voorzitter Bart De Wever gesteund worden, als ze al niet door hem geïnspireerd zijn, legt burgemeester Bart De Wever wél beperkende voorwaarden op.

 

Opnieuw moet daar volgens Bart De Wever niets speciaal achter gezocht worden. Art. 104 van de politiecodex bepaalt dat betogingen evenementen zijn, en artikel 115 van diezelfde politiecodex zegt dat schade bij evenementen door de organisator moet betaald worden. Dat er gevraagd wordt naar wat er gezegd zal worden, is om te vermijden dat er strafbare uitspraken worden gedaan. Bijvoorbeeld antisemitische uitspraken. Bart De Wever verwees naar een decreet van 2 oktober 1795 (inderdaad, 1795) om te verantwoorden dat eventuele schade op de organisator van een betoging kan verhaald worden.

 

Peter Mertens las in hetzelfde decreet van 10 Vendémaire An IV juist het tegenovergestelde: de verantwoordelijkheid voor hinder en eventuele schade bij manifestaties ligt steeds bij de overheid. Het zou trouwens al te gek zijn dat een organisator zou moeten opdraaien voor schade die provocateurs, manifest tegen de wil in van de organisator, berokkenen. Bart De Wever zei nog dat genoemde voorwaarden bij tal van manifestaties opgelegd werden, maar zei niet waarom bij tal van manifestaties niet. Mocht de provinciegouverneur de gewraakte voorwaarden onwettelijk vinden, zal hij er rekening mee houden.

 

Dat Bart De Wever geen empathie heeft met al wie anders denkt dan hijzelf, bleek ook uit een vraag van Wouter Van Besien (Groen). Schepen Philip Heylen (CD&V) zei zondag op de regionale televisiezender ATV dat in het schepencollege, op vraag van de CD&V, gesproken is over de racisme-uitspraken van Bart De Wever. Bart De Wever weigerde er gisterenavond evenwel iets over te vertellen omdat de discussie niet formeel geagendeerd was in het schepencollege. Daarenboven kon Van Besien hem niet ter verantwoording roepen in de gemeenteraad omdat hij, Bart De Wever, die uitspraken als politicus heeft gedaan en niet als voorzitter van het schepencollege.

 

Zo gaat dat dan: Bart De Wever doet op het Antwerps stadhuis uitspraken over racisme en discriminatie; hierover ondervraagd in Terzake doet hij een aantal stigmatiserende uitspraken; als er daarover een debat is in de Kamer van Volksvertegenwoordigers blijft Kamerlid Bart De Wever afwezig; op de eerstvolgende gemeenteraadszitting is Bart De Wever er wél maar weigert hij op een vraag terzake van een gemeenteraadslid te antwoorden; in politieke debatten face-to-face met andere politici zie je hem niet meer; en Bart De Wever is erg selectief met welke journalist en wanneer men hem kan interviewen. Staat in de Antwerpse politiecodex iets over politieke pyromanen?